Gelukkig! Publiek!

Op de buhne staat een grappig mannetje met een bolhoed. Voor hem een statief met een microfoon die net iets te hoog staat om er in te kunnen spreken. Het is duidelijk wat er moet gebeuren…die microfoon moet iets lager worden gedraaid. Wat een eenvoudige handeling lijkt ontvouwt zich in de vijf opvolgende minuten in een steeds grotere virtuoze worsteling met microfoon, standaard, draad, jas, bretels, armen, vingers, hoed en oog. Op virtuoze wijze worstelt de Amerikaanse clown Georg Carl zich in de richting van zijn mondharmonica, die als hij er uiteindelijk op weet te spelen van ellende uit elkaar valt.

 

Zo op het eerste oog is de clown een tragische figuur. Een stuntelaar die constant worstelt met de wetten van de bestaande wereld. Alsof hij ze niet begrijpt. In zijn enige filmrol ‘Funny Bones’ zegt Georg Carl over zijn leven als komiek/clown: ‘Our suffering is special. The pain we feel is worse than anyone else. But the sunrise we see is more beautiful than anyone else’.

Maar goed….De clown heeft ook een onverwoestbaar optimistisch karakter. Omdat de clown een theatraal personage is zonder verleden of toekomst blijft er niets aan hem kleven. Levend in het nu verbaast hij zich over de wereld en laat de fantasie de vrije loop. Naïef als een kind en licht als een veertje stoot hij keer op keer zijn hoofd aan de echte wereld. Boem…au…even wrijven over de zere plek…incasseren en delen met het publiek…om het vervolgens nog een keer te proberen…Boem!

Het publiek herkent zich in de worsteling van de clown maar prijst zich gelukkig omdat het ziet…het kan altijd nog erger.

Maar als de clown zich continu in de nesten werkt rijst wel de vraag….waar wordt een clown zelf gelukkig van? Het antwoord ligt in het contact met het publiek. De clown is zich zeer bewust van zijn publiek en heeft in zijn diepste wezen het (wellicht onbewuste) besef…zonder hen besta ik niet….zonder publiek, ben ik er niet! Dus is een clown dankbaar met elke blik die hem wordt gegund…..Waar mogelijk gaat de clown het contact aan met zijn publiek en probeert dit ten volle uit te buiten…Willen jullie groots en meeslepend? Dan krijgen jullie groots en meeslepend.

Het contact met het publiek geeft de clown het gevoel dat hij leeft, dat hij bestaat en dat maakt hem gelukkig en dankbaar.

Op 68-jarige leeftijd dirigeert Danny Kaye op geheel eigen wijze de New York Philharmonic Orchestra. Hij speelt en dolt anderhalf uur met het orkest en het publiek. Hij imiteert een stokoude dirigent, een verliefde dirigent, een nerveuze dirigent, een emotionele dirigent. Hij flirt met de dwarsfluitiste en maakt bonje met de concertmeester. Hij speelt zich anderhalf uur het vuur uit zijn oude clownssloffen en dan na 1 uur en 37 minuten gebeurd er iets opmerkelijks. Danny pakt aan het einde van het concert een stoel uit de bühne, gaat centraal op het podium zitten…en hij spreekt direct tot zijn publiek… ‘Jullie mogen trots zijn op jullie zelf. Jullie hebben echt iets goeds gedaan vanavond. Jullie zijn gekomen en hebben het mogelijk gemaakt dat wij voor jullie konden spelen. Wij mochten jullie laten genieten.’

En zo is het maar net! Als je op 8 november de moeite neemt om vier clowns en een plank te zien ronddwalen door een Brabants museum, zullen wij je met een glimlach verwelkomen en onze ziel en zaligheid door de ruimte spelen om jou een plezier te doen want zonder jou…

precies!